Paragrafen

Grondbeleid

De productie van bouwrijpe grond is per definitie risicovol. De investeringen liggen in de tijd soms ver voor de opbrengsten en de toekomstige markt voor bouwrijpe grond is lastig te voorspellen. Om de risico’s zoveel mogelijk te beperken, wordt per project minimaal eenmaal per jaar een risicoanalyse uitgevoerd. Waar mogelijk worden bij de belangrijkste risico’s beheersmaatregelen getroffen. Het resterende risico wordt per project berekend en bedraagt voor 2024 in totaal € 7,1 miljoen.

Bij de resultaatbestemming wordt voorgesteld de risicobuffer per 31-12-2023 te verhogen van       € 5,7 miljoen naar € 7,1 miljoen. Bij de woningbouw doen de risico’s zich vooral voor bij Laarveld fase 4. Het betreft met name de onzekerheid over de hoogte van de te verwachten grondprijzen. Gelet op de prijsontwikkelingen in de bestaande markt staan de VON prijzen in de nieuwbouw onder druk. In de jaarrekening 2023 zijn geen kansen benoemd in de risicobuffer woningbouw.
Bij de bedrijventerreinen zitten de risico’s vooral in Kampershoek 2.0. Hier wordt met name geld gereserveerd voor tegenvallers in grondverkopen. In de jaarrekening 2023 zijn geen kansen benoemd in de risicobuffer bedrijventerreinen.
Overall wordt voor zowel de woningbouw- als bedrijventerreinen een risicobedrag aangehouden voor onvoorziene investeringen, lastig te voorspellen prijsstijgingen en tegenvallende plankosten.


Grafiek 3: Voorstel risicobuffer

Deze pagina is gebouwd op 05/29/2024 15:47:49 met de export van 05/29/2024 15:33:29