LASTEN
Onderwijsbeleid en leerlingenzaken
Onderwijsachterstandenbeleid
De uitgaven voor onderwijsachterstandenbeleid (OAB) en nationaal programma onderwijs (NPO) zijn in totaal € 550.000 lager dan geraamd. Het OAB-budget 2023 is niet helemaal ingezet om toekomstige schommelingen in de rijksbijdrage te kunnen opvangen en de continuïteit te waarborgen op de langere termijn. Daarnaast is in de periode 1 juli 2021 tot en met 31 juli 2023 extra geld ontvangen voor het bestrijden van onderwijsachterstanden, de zogenaamde NPO-gelden. Ook deze zijn niet helemaal uitgegeven in 2023. Voor het OAB-budget geldt dat een restant ook in 2024 ingezet mag worden terwijl de regeling voor de NPO-gelden verlengd is tot en met juli 2025 en restanten tot dan voor inzet beschikbaar blijven. Het voordeel van € 550.000 is hierdoor budgettair neutraal (zie ook baten).
Leerlingen-/gymvervoer
Het aantal leerlingen dat vervoerd wordt, inclusief de doelgroep Oekraïne, fluctueert jaarlijks. Afgelopen jaren is er sprake van een dalende trend. Hierdoor dalen ook de lasten. In het jaar 2023 met € 223.000 ten opzichte van de raming. Vooraf is niet specifiek aan te geven hoeveel leerlingen gebruik gaan maken van het leerlingenvervoer, en welke kosten dit met zich meebrengt.
Sportbeleid en activering
Op basis van besluitvorming over de meicirculaire 2023 is in 2023 € 500.000 beschikbaar voor compensatie aan vrijwilligersorganisaties voor gestegen energiekosten en inflatie. Organisaties dienen eerst voorliggende financiële voorzieningen (landelijke regeling Tegemoetkoming EnergieKosten (TEK) en de Specifieke Uitkering Noodfonds Amateursportverenigingen (SPUK-NEAS)) aan te spreken voordat gebruik gemaakt kan worden van de gemeentelijke regeling. Op basis hiervan en het aantal ingediende aanvragen (25) blijven de werkelijke uitgaven € 197.000 achter bij de raming.
Sportstimulering
De Rijksoverheid heeft de regeling Specifieke uitkering noodfonds energie amateursportverenigingen (SPUK NEAS) opengesteld in 2023 om amateursportverenigingen (via gemeenten) eenmalig gedeeltelijk te compenseren voor de gestegen energiekosten. Het door de gemeente niet geraamde ontvangen bedrag van € 58.000 is binnen de bestedingsvoorwaarden op basis van een verdeelsleutel volledig betaald aan 9 verenigingen. De uitgaven zijn derhalve budgettair neutraal (zie ook baten).
Samenkracht en burgerparticipatie
Participatiewet
De uitgaven zijn € 1.245.000 hoger dan begroot. Het kabinet heeft een extra verhoging op het minimumloon doorgevoerd. De uitkeringen die aan het minimumloon zijn gekoppeld, de bijstandsuitkeringen, zijn daardoor gestegen. Voor de netto bijstandsuitkering betekent dat een stijging van € 130,- per maand voor gehuwden en € 90,- voor alleenstaanden.
De inkomsten van het rijk voor de kosten van bijstand, zijn definitief vastgesteld op
€ 15.221.000. Dit is € 1.778.000 meer dan begroot. Bij de vaststelling van het definitieve budget 2023 is rekening gehouden met de actuele conjuncturele situatie. Vanwege de uitzonderlijke hoge inflatie is besloten om het minimumloon en daaraan gekoppelde bijstandsuitkering extra te verhogen. Dat was nodig om mensen met een lagere en midden inkomens perspectief te bieden en de armoede te beperken.
Participatiewet
De uitgaven voor de loonkostensubsidie zijn € 192.000 hoger dan begroot. Het kabinet heeft een extra verhoging op het minimumloon doorgevoerd. De loonkostensubsidie vergoedt het verschil tussen loonwaarde en het minimumloon. Daarnaast is in de regio met ingang van 1 juli 2023 een afspraak gemaakt, dat bij een verhuizing een loonkostensubsidie wordt overgenomen. De gemeente Weert heeft meer toekenningen overgenomen dan overgedragen.
De mutatie dubieuze debiteuren is € 103.000 lager dan begroot. Door de gunstige arbeidsmarkt zijn minder debiteuren aan te merken als dubieuze debiteuren.
IOAW
De uitgaven zijn € 104.000 lager dan begroot. De uitstroom van de IOAW uitkeringsgerechtigden is veel hoger dan verwacht. Bij de begroting is rekening gehouden met 31 IOAW uitkeringen. Ultimo december 2023 waren het er 25.
Minimabeleid
Het kabinet heeft besloten dat er, net als in 2022, ook in 2023 weer een energietoeslag komt voor inwoners met een laag inkomen. De inwoners die in 2022 in beeld waren, hebben de energietoeslag 2023 in december 2023 ontvangen. De aanvraag procedure voor de inwoners die niet in beeld waren, is medio januari 2024 gestart. Het voorstel tijdens de slotwijziging was om het daadwerkelijke restant over te hevelen naar 2024, zodat de middelen beschikbaar blijven. De uitgaven zijn € 1.884.000 hoger dan begroot. Dit komt doordat de ontvangst van € 2.200.000 niet meer in de begrotingscijfers kon worden opgenomen. Hierdoor is er optisch een grotere uitgave ten aanzien van de raming doch in de cijfers van 2024 is feitelijk de dekking te zien (zie ook baten).
Terugdringen Dakloosheid
De raad heeft bij besluit van 12 juli 2023 voor 2023 een bedrag van € 96.500 beschikbaar gesteld. Doordat er in 2023 voorrang is gegeven aan het opstellen van een uitvoeringsplan aanpak dakloosheid 2024-2025 zijn er geen uitgaven geweest. Het genoemde bedrag vloeit derhalve terug naar het resultaat.
Meedoen en Wonen
Bij besluit van 12 juli 2023 heeft de raad voor 2023 een bedrag van € 38.000,- voor dit doel beschikbaar gesteld. Verwachte inzet was bekostiging van de regionale pool van ervaringsdeskundigen die halverwege 2023 van start zou gaan. De start heeft echter vertraging opgelopen tot begin 2024, waardoor het bedrag van € 38.000 vrijvalt ten gunste van het resultaat.
Versterken lokale basis
Per saldo is € 298.000 minder uitgegeven dan begroot. Hiervoor zijn een paar oorzaken:
- de inzet van de middelen is gedeeltelijk afhankelijk van nieuwe projecten of initiatieven gedurende het jaar;
- er zijn gelden teruggevloeid als gevolg van subsidie-afrekeningen 2022;
- werkelijke uitgaven ten laste van dit budget voor incidentele projecten waren lager dan geraamd (bijv. Gezonde Buurt);
- uitgaven die voorzien waren ten laste van dit budget konden uit regionale middelen bekostigd worden.
Algemene wmo-voorzieningen
De uitgaven ten laste van het budget voor algemene Wmo-voorzieningen zijn € 67.000 lager dan geraamd. Dit wordt met name veroorzaakt door subsidie-afrekeningen voorgaande jaren, eenmalig lagere lasten open inloop en het niet hoeven inzetten van de beschikbare ruimte voor nieuwe initiatieven in de loop van het jaar.
Bijzondere bijstand leningen
De uitgaven voor de leningen bijzondere bijstand zijn € 128.000 hoger dan begroot. De taakstelling van statushouders is fors gestegen. Statushouders ontvangen een lening van de gemeente om de eerste huur te voldoen en daarnaast om de inrichting van een woning te kunnen bekostigen.
Bijzondere bijstand
De uitgaven zijn € 165.000 lager dan begroot. De verwachting was dat door de energietoeslag meer inwoners beroep zouden doen op de andere minima regelingen. Uit de realisatie blijkt dat dit niet het geval is. Daarnaast zijn de uitgaven voor bewind teruggelopen.
Ontheemden
De gemeente Weert heeft van het Rijk € 9.100.000 ontvangen om de kosten Oekraïne te dekken. De uitgaven zijn € 3.593.000 per saldo heeft de gemeente Weert een positieve resultaat van € 5.507.000. Deze middelen komen ten gunste aan het rekeningresultaat.
Toegangsteams
Preventie en vroegsignalering
Een geraamde uitgaaf ten laste van dit budget is in 2023, evenals in 2022, incidenteel door de provincie gefinancierd en de in 2023 geplande oudercursussen starten pas in 2024. Hierdoor wordt de raming met € 75.000 onderschreden. Aanvullend is er als gevolg van de subsidie-afrekening 2022 met het CJG voor het onderdeel basisconsulenten € 21.000 teruggevloeid naar de gemeente.
Inkomensregelingen
In 2022 is een specifieke uitkering aanpak energie armoede ontvangen van het Rijk. Deze kent een looptijd tot en met december 2025. In 2023 is € 391.000 uitgegeven aan inhuur en overige goederen. Per saldo heeft dit geen effect op het resultaat 2023, doordat de lasten en baten aan elkaar gelijk zijn.
Wmo
Maatwerkvoorzieningen (Wmo)
Hieronder vallen de uitgaven voor rolstoelen, vervoers- en woonvoorzieningen. De uitgaven zijn ongeveer € 63.000 lager dan begroot. De afwijking wordt veroorzaakt door de woonvoorzieningen. Deze uitgaven kunnen sterk fluctueren, omdat één grote woonvoorziening hoge kosten met zich mee kan brengen. In de begroting 2023 is uitgegaan van een aantal grote en daarmee dure woningaanpassingen, die niet in die mate zijn gerealiseerd. Dit is ook aangekondigd in de rapportage Wmo en Jeugdhulp eerste halfjaar 2023.
De uitgaven voor hulp bij het huishouden en begeleiding zijn in totaal afgerond € 128.000 lager dan begroot. De grootste afwijking is zichtbaar binnen de hulp bij het huishouden. Het aantal cliënten stijgt weliswaar ten opzichte van 2022, maar minder dan waarmee rekening werd gehouden in de begroting. Tevens waren de gemiddelde kosten per cliënt lager dan verwacht. Dit is het gevolg van een nieuwe wijze van bekostiging.
Jeugd
De uitgaven voor jeugd zijn in totaal € 333.000 hoger dan geraamd (in de halfjaarrapportage jeugd werd nog uitgegaan van een nadeel van € 400.000). De belangrijkste ontwikkelingen die geleid hebben tot de hogere uitgaven zijn:
- voor de zorgsegmenten 1, Verblijf met behandeling, en 5, Crisis, is regionale lumpsumfinanciering van toepassing met onderlinge verrekening tussen gemeenten op basis van aandeel zorggebruik. Het aandeel van Weert in het lumpsumbedrag wordt daardoor ook beïnvloed door het gerealiseerde zorggebruik bij andere gemeenten;
- er zijn enkele zeer specialistische zorgvormen (Landelijk transitiearrangement en JeugdzorgPlus) die lastig te begroten zijn. Het betreffen slechts enkele jeugdigen per jaar met zeer hoge kosten. De uitgaven zijn daardoor erg grillig;
- opvallend is een stijging in de persoonsgebonden budgetten. Het aantal jeugdigen met een persoonsgebonden budget stijgt, waarbij er bij enkele jeugdigen sprake is van een hoger budget.
BATEN
Onderwijsbeleid en leerlingenzaken
Onderwijsachterstandenbeleid
De in 2023 beschikbare gelden voor OAB en NPO zijn niet helemaal gebruikt. Het restant van
€ 567.000 mag in 2024 ingezet worden. Dit is grotendeels (tot een bedrag van € 550.000) dus niet van invloed op het rekeningresultaat 2023 (zie ook lasten).
Sportbeleid en activering
Sportstimulering
De via de Rijksoverheid ontvangen, niet geraamde, middelen van € 58.000 ten behoeve van de regeling Specifieke uitkering noodfonds energie amateursportverenigingen (SPUK NEAS) zijn geheel besteed waardoor de baten geen invloed hebben op het resultaat in het jaar 2023 (zie ook lasten).
Samenkracht en burgerparticipatie
Versterken lokale basis
Bij een evaluatie ten aanzien van het Zelfregiecentrum is gebleken dat inwoners van de gemeente Nederweert ook gebruik maken van deze faciliteit in Weert. Gesprekken met deze gemeente in de loop van 2023 hebben geleid tot een bijdrage van 10% in de subsidieverlening van de gemeente Weert aan het Zelfregiecentrum. Met deze baat was in de begroting nog geen rekening gehouden, wat leidt tot een voordeel van € 42.000.
Participatiewet
De gemeente Weert heeft van het Rijk een compensatie van € 288.000 ontvangen voor de gederfde baten (terugvorderingen) die voortvloeien uit de kindertoeslag affaire.
De inkomsten van het rijk voor de kosten van bijstand, zijn definitief vastgesteld op € 15.221.000. Dit is € 1.778.000 meer dan begroot. Bij de vaststelling van het definitieve budget 2023 is rekening gehouden met de actuele conjuncturele situatie. Vanwege de uitzonderlijke hoge inflatie is besloten om het minimumloon en daaraan gekoppelde bijstandsuitkering extra te verhogen. Dat was nodig om mensen met een lagere en midden inkomens perspectief te bieden en de armoede te beperken.
Ontheemden
De gemeente Weert heeft van het Rijk € 9.100.000 ontvangen om de kosten Oekraïne te dekken. De uitgaven zijn € 3.593.000 per saldo heeft de gemeente Weert een positieve resultaat van € 5.507.000. Deze middelen komen ten gunste van het rekeningresultaat.
Minimabeleid
Het kabinet heeft besloten dat er, net als in 2022, ook in 2023 een energietoeslag komt voor inwoners met een laag inkomen. De inwoners die in 2022 in beeld waren, hebben de energietoeslag 2023 in december 2023 ontvangen. De aanvraag procedure voor de inwoners die niet in beeld waren, is medio januari 2024 gestart. Het voorstel tijdens de slotwijziging was om het daadwerkelijke restant over te hevelen naar 2024 zodat de middelen beschikbaar blijven. De uitgaven zijn € 1.884.000 hoger dan begroot. Dit komt doordat de ontvangst van € 2.200.000 niet meer in de begrotingscijfers kon worden opgenomen. Hierdoor is er optisch een grotere uitgave ten aanzien van de raming doch in de cijfers van 2024 is feitelijk de dekking te zien (zie ook lasten).
Inkomensregelingen
In 2022 is een specifieke uitkering aanpak energie armoede ontvangen van het Rijk. Deze kent een looptijd tot en met december 2025. In 2023 is € 391.000 uitgegeven aan inhuur en overige goederen. Per saldo heeft dit geen effect op het resultaat 2023 doordat de lasten en baten aan elkaar gelijk zijn.
Beschermd Wonen
Het aandeel van de gemeente Weert in het positieve saldo van de MGR is op basis van de conceptjaarrekening 2023 van de MGR en een afwikkelverschil over 2022 € 701.000 hoger dan geraamd. Dit wordt vooral veroorzaakt door positieve bijstelling van de rijksmiddelen beschermd wonen en maatschappelijke opvang in met name de meicirculaire 2023. Deze inkomsten worden door de aan de MGR deelnemende gemeenten “ingelegd”. De bijstelling had met name betrekking op loon- en prijscompensatie beschermd wonen en middelen voor nationaal actieplan dakloosheid in het kader van maatschappelijke opvang. Doordat de begrotingswijziging 2023 van de MGR op het bijstellingsmoment van de circulaire al “op route” richting gemeenten was, veroorzaakt dat een positief verschil ten opzichte van de raming.