Financiering

Inzicht in rentelasten en financieringsbehoefte
Zoals in het BBV is bepaald geeft de paragraaf financiering inzicht in de rentelasten, het renteresultaat en de manier waarop rente aan investeringen, grondexploitaties, en taakvelden wordt toegerekend. In principe worden de rentelasten bij de jaarrekening met hetzelfde renteomslagpercentage als bij de begroting (2023: 0,6%) aan de diverse taakvelden in de programma’s toegerekend.  
Als de werkelijk toe te rekenen rente (berekend op basis van het renteomslagpercentage bij de begroting) in euro's meer dan 25% afwijkt van de begrote rente in euro's, moet het renteomslagpercentage volgens het BBV worden herrekend. In 2023 is door met name de hoge opbrengst van het kort geld *) herrekening van het omslagpercentage noodzakelijk. Het werkelijke renteomslagpercentage voor de jaarrekening bedraagt slechts 0,1%.

De tabel hierboven geeft het verwachte en gerealiseerde renteresultaat op het taakveld treasury weer. Het betreft een nadelig renteresultaat van € 849.000 (€ -824.000 minus € 25.000) op het taakveld treasury.*) Tegenover dit  nadeel staat op de diverse taakvelden van de programma's per saldo het voordeel van lagere rentelasten van € 1.285.000, door de daling van het renteomslagpercentage. Per saldo is het resultaat op de rente op jaarrekeningniveau afgerond € 436.000 voordelig. Dit verschil wordt per saldo op hoofdlijnen veroorzaakt door de hogere baten op rente kort geld van afgerond € 524.000 en de lagere rentetoerekening aan grondexploitaties van € 110.000.

De toegerekende rente aan de grondexploitatie bedraagt 1,00%. Dit is het gewogen gemiddelde rentepercentage van de bestaande leningenportefeuille van de gemeente, naar verhouding vreemd vermogen/totaal vermogen.

*) voor de oorzaken hiervan wordt verwezen naar de financiële analyse op het onderdeel Treasury bij het programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien.